Budget
Waar een stad geld aan uitgeeft, is een politieke keuze: Wat is er belangrijk genoeg om de portemonnee voor boven te halen, en waar houdt de stad beter de vinger op de knip? Met PVDA willen wij sociale noden prioritair stellen. In ons programma hebben we daarom onze speerpunten uitgewerkt rond betaalbaar wonen, comfortabel en gratis openbaar vervoer én een goede dienstverlening. Dat laatste behelst een goedkoop en degelijk afvalbeleid, leefbare wijken met de nodige voorzieningen, meer zwembaden en sportzalen én uitbreiding van de publieke kinderopvang. Om dat te betalen kijken we naar een verschuiving van de uitgaven van prestigeprojecten naar sociale uitgaven én naar nieuwe inkomsten.
1. Een sociaal rechtvaardig fiscaal beleid.
- We verzetten ons tegen hogere lokale belastingen voor gezinnen
- Minder geld naar prestigeprojecten, meer naar sociale uitgaven
- Een eerlijke taxshift naar Zelzaats model
- We dringen er bij de Vlaamse overheid op aan de dotatie voor het Gemeentefonds met 15 procent op te trekken. We staan erop dat de indexering van de subsidies aan steden en gemeenten volledig is en niet slechts 3,5 procent.
Meer achtergrondinformatie
Kortrijk is fiscaal een dure stad. Zowel de gemeentebelasting als de opcentiemen liggen boven het gemiddelde. Daarom willen we geen hogere belastingen voor gezinnen. Om onze speerpunten betaalbaar te maken willen we ten eerste kijken waar er gesnoeid kan worden in een aantal uitgaven.
Tussen 2019 en 2023 gaf de stad 2 miljoen euro uit aan consultancy-opdrachten. 1 miljoen euro bij voor de parking aan Texture die er nooit kwam. Dat is 3 miljoen euro voor zaken waar de Kortrijkzaan niks aan heeft, terwijl een jaar gratis openbaar vervoer even veel zou kosten en de inwoners daar tenminste goede en gratis mobiliteit voor in de plaats krijgen. Het betekent ook dat er minder uitgegeven moet worden aan de verlieslatende ondergrondse parkeergarages.
Vele Franse steden doen ons het gratis openbaar vervoer voor: Duinkerke, Bourges,.. Bij ons had de stad Hasselt gratis bussen tot 2013. Het kostte De Lijn toen 967.000 euro en de stad had 1.9 miljoen euro voorzien voor 2013. Het was een succes, maar werd toch afgeschaft. Dat heet dus verkeerde keuzes maken… Stad Brugge rekende recent voor zijn occasioneel openbaar vervoer een 8.000 euro per dag. Per jaar dus een kleine 3 miljoen euro.
Voor Kortrijk zou dit neerkomen op een investering van ongeveer 3,5 miljoen euro per jaar. Echt onbetaalbaar is dat dus niet.
Bovendien is er een pak geld dat naar prestigeprojecten gaat dat anders besteed kan worden. De liftbrug van 3 miljoen naar de Reepkaai die vooral dienst doet als de brug naar Buda eens te meer dienst weigert. Is het echt nodig om 40 miljoen euro te investeren in een nieuwe bibliotheek? Of het nieuwe prestige Stationsproject dat is doorgedrukt tegen vele adviezen in en de stad aan directe en in directe kosten 21,5 miljoen euro zal kosten? Een meer bescheiden versie kan even praktisch zijn. Het gaat bij al deze projecten om een politieke keuze. Indien men andere keuzes maakt zijn gratis bussen voor elke Kortrijkzaan zeker mogelijk. Ook van, naar en tussen de deelgemeentes.
Qua inkomsten willen wij net zoals in Zelzate, waar de PVDA samen met Vooruit bestuurt, een “sterke schoudertaks” invoeren. We vragen een grotere inspanning van de multinationals en het grootbedrijf om zo te investeren in voorzieningen en dienstverlening voor de inwoners, zonder de belastingen voor inwoners of kleine zelfstandigen te verhogen.
En tot slot zijn er de inkomsten via een betere financiering door het Gemeentefonds.
Sedert de jaren ’70 halen de steden een steeds kleiner deel van hun inkomsten uit het Gemeentefonds. Dat moeten ze dus compenseren met eigen inkomsten en besparingen.
Daarenboven worden steeds meer lasten op de gemeenten afgewenteld.
De onderhandelaars van de Arizona-coalitie proberen nu de werkloosheidsuitkeringen te beperken tot 2 jaar. Dat zou betekenen dat de steden en gemeenten 1 miljard extra zullen moeten uitgeven aan leeflonen via het OCMW.
Daarom wil de PVDA dus dat meer financiële middelen van de bovenlokale overheden naar de stijgende behoeften van de steden en gemeenten gaan. We dringen er bij de Vlaamse Overheid op aan om de dotatie voor het Gemeentefonds met 15 procent op te trekken en de subsidies aan steden en gemeenten volledig te indexeren. Kortrijk krijgt daarenboven relatief weinig: 554 € per inwoner tegenover 760 € voor Brugge en 1505 € voor Gent.